“U mag uw jas daar ophangen”, “U mag op de link klikken”, de toestemmingen vliegen me om de oren wanneer ik met helpdesks, bedienend personeel of verplegend personeel te maken heb. Een tijdlang heb ik mijn ergernis verzwegen en gedacht “Het is een modeverschijnseltje, een onhandige misvatting, het waait wel over”. Maar inmiddels ben ik uit die roze droom ontwaakt. Het is een plaag, een pest, een ernstige ziekte die zich een weg baant door onze hele samenleving.

Ik heb lang genoeg in het bajeswezen rondgelopen om te weten wat ‘U mag’ betekent. ‘U mag’ is cipierstaal, het is arrestatie-taal. “U mag dáár gaan staan,” zegt een cipier of een agent, op zo’n typische nadrukkelijke toon. En dan kan je maar beter gehoorzamen, want gehoorzamen is wat je moet doen wanneer een cipier of een agent je een opdracht geeft.

Ik heb inmiddels een idee waar dit vandaan komt, dankzij het antwoord dat ik kreeg van iemand die in de bediening werkte in een restaurant. Ik verteld hem dat ik “u mag” nogal een dominante aanspreekvorm vond. “Ja maar, u móet niet!” zei hij verbaasd. U moet niet. Dus u mag. Zo eenvoudig is het, en daarom gaat iedereen elkaar nu toestemming verlenen…

Het is en blijft toestemming verlenen. Wanneer ik vraag hoe ze het in het Engels zouden zeggen, krijg ik steevast als antwoord “You can..”. Maar dat klopt niet, want “You can” betekent “U kunt”. Als je “U mag” goed wil vertalen, dan moet je “You’re allowed” zeggen, of “You have my permission.” Maar dat wil niemand zeggen in het Engels, ze zeggen allemaal ‘You can’. Toch wonderlijk, dat in het Engels de ware taal van de dienstverlening dan weer tot leven komt, terwijl ze in het Nederlands aan het vergaan is waar we bij staan.

Op plekken waar men nog echt studie heeft gemaakt van dienstverlening zal men het niet wagen om ‘u mag’ te zeggen. Daar wordt keurig gezegd “U kunt uw jas daar links in de garderobe hangen”. U kunt. U hebt een keuze. Het wordt u aangeboden, voorgesteld, aangereikt, en de keuze is geheel aan u. Zo ziet een tactvolle interactie er uit. Daar verleent men service, geen toestemming.

Inmiddels heb ik mezelf toestemming verleend om in opstand te komen. Ik ga waar ik maar kan een gesprekje aan over ‘u mag’. Ik probeer diverse manieren uit om tot de gesprekspartner door te dringen. Dat het cipierstaal is kan je beter niet meteen benoemen. Maar dat is wel heel geschikt om in de loop van het gesprek uit te leggen. Het is voor veel mensen heel verhelderend. De vertaalvraag naar het Engels zet heel wat mensen aan het denken. Een meer ludieke manier is “Natuurlijk mag ik dat, u kunt het niet verbieden…”. Die trekt aandacht en zet mensen eventjes op het verkeerde been, waardoor ze zich openstellen voor de verrassing van wat “U mag” eigenlijk zegt.

Meestal word ik met enige verbazing ontvangen, en krijg ik te horen dat men erover na gaat denken. Soms voelt de persoon in kwestie zich opgelaten en krijg ik te horen dat het toch gewoon goed bedoeld is. En de laatste tijd krijg ik steeds vaker te horen dat er misschien wel wat in zit om ‘u kunt’ te zeggen. Gelukkig maar. Misschien kunnen we dan toch nog ophouden met elkaar massaal toestemming geven voor dingen waarover we niets te zeggen hebben.